Typhoon, 5 januari 1990 – Drie Zaandammers doen in één jaar tijd twintig landen

Typhoon, 5 januari 1990, auteur onbekend.

Drie Zaandammers doen in één jaar tijd twintig landen aan

Met veertig pasfoto’s door Afrika

Zaandam.- “Thuis is het een crisiscentrum”, zegt Richard de Vos, een van de drie Zaandamse Afrika-gangers. Hij en zijn twee vrienden Eelco Aartsen en Rob Vos vertrekken morgen met een landrover naar Afrika. De reis door het continent zal een jaar duren. Zij zullen twintig landen aandoen. “De zenuwen beginnen nu al en het huis wordt steeds voller met spullen. Onze vriendinnen worden ook zenuwachtiger”. Last van slapeloze nachten hebben de avonturiers echter niet. “Wij zijn heel erg druk bezig met de laatste voorbereidingen en zijn dus zo moe dat wij meteen in slaap vallen”, vertelt Eelco enthousiast.

De 23-jarige Zaandammers, die sinds hun vijftiende steeds samen op vakanties zijn geweest, besloten zo’n jaar geleden om maar naar Afrika te gaan. Eigenlijk hadden zij een complete wereldreis in hun hoofd, maar uit financiële en praktische overwegingen hebben ze daarvan toch maar afgezien. Het wordt nu één jaartje Afrika. Een tocht door twintig landen, van Marokko tot en met Botswana. Veertigduizend kilometer lang.

Zuidafrika komt niet op het reisschema voor. De tien bedrijven die de reis sponsoren willen niet dat hun namen met Zuidafrika worden geassocieerd, vertelt Rob. Tien procent van de kosten (f 65.000) is afkomstig van sponsors. De rest moeten de reizigers zelf financieren. De drie maten hebben veel moeten opgeven voor de realisering van hun droom. Alle drie hebben ze hun banen en opleidingen gelaten voor wat ze zijn. “Tijd om carrière te maken hebben we zat als we terug zijn”. Ook de vele injecties die hen tegen allerlei ziekten zoals geelzucht, cholera en tyfus moeten beschermen, hebben de jonge Zaandammers niet op andere ideeën gebracht. “Ik heb wel eens mijn twijfels gehad over of deze reis wel waard is wat ik heb moeten opgeven”, vertelt Eelco. Maar die twijfels hebben hem niet lang bezig gehouden. Hij staat inmiddels honderd procent achter de trektocht.

Veertig pasfoto’s
De avonturiers hebben zich het afgelopen jaar heel goed geïnformeerd over Afrika. Zij zitten vol met informatie uit boeken en van voormalige Afrika-reizigers, “collega’s” zoals de drie hen noemen. Zij hebben een opmerkelijke bagage. Veertig pasfoto’s per persoon, nodig voor het krijgen van visa. Een dik zakenpaspoort zal volgens de drie net voldoende zijn voor al die stempels bij de grensovergangen. “In Niger moeten wij in elke stad onze paspoorten laten stempelen door de politie”, weet Rob. Van de bank moesten zij een zogenaamde solvabiliteitsverklaring halen, die moet aangeven dat de jongens over genoeg geld beschikken. En een verklaring van goed gedrag moest bij de gemeente worden aangevraagd.
Het doel van de reis, naast het avontuur en de uitdaging, is zelfontwikkeling, “Je leert na zo’n reis te relativeren. Hier is in tegenstelling tot veel landen in Afrika alles heel goed geregeld. Ik denk dat wij heel zelfbewust zullen terugkomen. Dan zullen we misschien zeggen: waar maken ze al die drukte om in Nederland”. Het drietal probeert in Afrika te gaan werken, “niet zozeer voor het geld, maar meer voor de ervaring. Via connecties kunnen wij terecht op een koffieplantage. Daar kunnen wij één kilo suiker per dag verdienen”, vertelt Rob lachend.

“Het einde van de reis is vaag”, zegt Richard. “Misschien verkopen wij de auto en gaan naar Australië of naar Zuidamerika”, valt Eelco hem bij. Rob tenslotte: “Wie weet vinden wij daar een goede baan en blijven voorgoed in Afrika”.

Typhoon, 5 januari 1990, auteur onbekend.